Columns & opinie
Column: Hart van klei
Petra Meijer
woensdag 4 april 2012

Ik had wel eens van Ai Weiwei gehoord. De Chinese kunstenaar werd bekend als ontwerper van het Olympische vogelnest, nog bekender om zijn kat- en muisspelletjes met de Chinese overheid.

Bij een tentoonstelling in Tilburg staar ik naar de bomen van Ai Weiwei. Elke boom is gemaakt van tien andere bomen. Ik kijk naar een bal van krukjes uit de Qing-dynastie, naar een carrousel van aan elkaar gelaste fietsen en naar een grijs tapijt van zonnebloempitten. Volgens het bordje zijn het miljoenen handbeschilderde porseleinen beeldjes. Een jaar lang is er door 1600 Chinese arbeiders aan die krengen gewerkt. Het bordje naast de pitten gebiedt me een meter afstand te houden, maar ik wil er dolgraag eentje pakken, om er vervolgens mijn tanden op te breken. Ik zou Ai een foto sturen van mijn halve voortand en hij zou er om lachen. Als ik dichterbij kom, kijkt een bewaker me lief aan, maar zijn glimlach weet de waarschuwing net niet aan het zicht te onttrekken: waag het niet nog een stap te nemen.

Zo komt het dat ik een week later in Den Haag het Movies that Matter-festival bezoek, in de hoop dichter bij Ai Weiwei te komen. Tijdens de film Never Sorry van filmmaakster Alison Klayman ligt de zaal regelmatig in een deuk. Het leger buitenlandse journalisten dat Ai inzet om zijn doelen te bereiken, is schrikbarend groot. Dit is misschien nog wel meer confronterend dan de Chinese overheid zelf: deze verschijnt meestal in de gedaante van een slapende tiener die voor het huis in een grijs busje de wacht houdt.

Al snel vraag ik me af wat er gebeurt als ik koningin Beatrix in het openbaar voor gordijnenkut uit zou maken, of voor befteckel. Een waxinelichtje gooien is al genoeg, zo heb ik begrepen. Mocht een Nederlandse agent mij vervolgens oppakken, wat zou er dan gebeuren als ik de zonnebril van zijn hoofd afgris? Als ik een camera in zijn neusgat duw, terwijl twintig van mijn vrienden er met hun mobieltjes omheen staan te filmen? Na de film is er een debat, maar – misschien is dat gepast bij door Amnesty georganiseerde activiteiten – er staat niets ter discussie.

Naast filmmaakster Klayman heeft de organisatie een Tibetactiviste opgetrommeld. Ze stroopt een paar schoonmaakhandschoenen op en haalt een roze hart van klei uit een koelbox. Ze heeft het gemaakt voor alle Falun Gong-leden waarvan de Chinese overheid de organen uit het lichaam sneed om deze aan rijke westerlingen te verkopen.

Een Uyghurse man doet alsof hij de filmmaakster een vraag wil stellen, maar grijpt snel de microfoon om een eindeloos verhaal op te hangen over de rellen in Xinjiang. Een man met een witte lange paardenstaart, gehuld in een shirt met de tekst ‘Genochina’ klampt zich aan voormalig China-correspondent Floris-Jan van Luyn vast. Met laatstgenoemde zou ik graag praten, maar de zaal is te klein voor het scala aan belangen. Toch gezellig, zo’n avondje met andere China-geïnteresseerden.