Columns & opinie
Geen langstudeerder (naar toenmalige normen)
Constanteyn Roelofs
woensdag 14 maart 2012
© Taco van der Eb

‘Dit komt toch niet letterlijk in de krant, hè?’ De studenten onder de VVD’ers hebben de politieke allergie voor het journaille al flink onder de knie. ‘Mijn naam hoeft er niet bij.’

Maandagavond heeft het politiek café van de VVD als thema’s de zware restricties op softdrugs, de crackdown op het straattuig en het sluiten van de grenzen. De jongeren in de Branderij doen erg hun best om er zo veel mogelijk uit te zien als een echte VVD’er: blauwe das, mantelpakjes, pareltjes. ‘De coffeeshop moet een besloten club worden, met leden en een clubpas’, verkondigt minister van Justitie, Ivo Opstelten, de spreker van de avond. Het concept is bekend bij de aanwezigen; van de aangesproken studenten is het merendeel lid van Augustinus en Minerva.

‘Alle neuzen dezelfde kant op’, luidt de strijdkreet die Opstelten met zijn bronzen stemgeluid tegen de stampvolle zaal VVD’ers buldert. De minister is zonder microfoon beter te horen dan met.

Allen zijn ze onder de indruk van zijn verhaal. Driftig wordt er meegeknikt met de spierballentaal over een veiliger Nederland. Harder straffen, effectievere politie.

Er komen ook kritische vragen over de afbraak van de gezondheidszorg. ‘Mijn collega Edith Schippers doet fantastisch werk.’ De zaal moet hier smadelijk om lachen. Ze haalt het niet bij Ivo. Een paar studenten verstouten het zich om vragen te stellen bij effectiviteit van het drugsbeleid. Leidt de pas niet tot een vlucht naar het illegale circuit? Kunnen we niet beter vanuit de staat wietfarms beginnen? Als een geduldige vader legt Opstelten uit dat de jongen wat beter zijn huiswerk had moeten doen, dan had hij zo’n domme vraag niet hoeven stellen. Papa is niet boos, papa is teleurgesteld. Met het schaamrood op de kaken retourneert de student de microfoon aan de dagvoorzitter.

Zelf staat de minister bekend als iemand die met volle teugen heeft genoten van het Leidsche leven. ‘Ik deed niet meer dan nodig was’, zei hij eerder in Mare over zijn rechtenstudie (1963-1969). Hij was onder meer commissaris bij Minerva en actief roeier bij Njord. En langstudeerder? Opstelten, afgelopen maandag: ‘Naar de normen van mijn tijd ben ik keurig op tijd afgestudeerd.’

Vindt hij het niet jammer dat met de maatregelen van zijn partijgenoot Zijlstra er steeds minder tijd is voor een actief studentenleven? ‘Het is nu eenmaal een tijd van aanpakken’, aldus Opstelten. Zijn advies: mouwen opstropen, beter plannen en minder slapen. ‘Als je leuke dingen naast je studie wilt doen, dan valt dat best te plannen.’