Achtergrond
Het zijn spannende tijden
Een jaar na begin van de Egyptische opstand begint een nieuwe lichting Leidse studenten aan een opleiding in Caïro. ‘Elke gegooide steen op het Tahrir-plein is nieuws in Nederland, maar er gebeurt hier zoveel meer.’
Hans Klis
woensdag 8 februari 2012
Een groep studenten in het Nederlands-Vlaams Instituut in Egypte © Hans Klis

 Op de eerste dag van de verkiezingen voor de shura, de Egyptische Eerste Kamer, luisteren dertig Nederlandse en Vlaamse studenten in de bibliotheek van het Nederlands-Vlaams Instituut in Caïro (NVIC) aandachtig naar een introductiepraatje van de opleiding Arabistiek en Islamkunde.

Dat was vorig jaar wel anders. Toen heerste totale anarchie in de Egyptische hoofdstad. De politie had zich teruggetrokken uit het openbare leven, gewapende bendes maakten het centrum onveilig en mobiele netwerken en internetverbindingen lagen plat. ‘Er was complete verwarring’, vertelt directeur Kim Duistermaat in haar zonovergoten kantoor in het NVIC. ‘Toen bleek dat we niet alle vaste telefoonnummers hadden van de veertig nieuwe studenten die verspreid woonden over de stad. We hadden er simpelweg nooit rekening mee gehouden dat de mobiele netwerken ooit neer zouden gaan.’

Vanwege de onrust werd het instituut onmiddellijk een paar weken gesloten en kregen de studenten de kans hun programma arabistiek en islamkunde in Rabat of Damascus te vervolgen. Maar in die laatste stad werd het in april te gevaarlijk om te blijven. Drie weken voor het einde van de programma werden de achttien studenten daar opnieuw gerepatrieerd.

Dit jaar heeft het Leidse NVIC, dat sinds 1971 tracht het onderwijs en onderzoek van verschillende Nederlandse en Belgische universiteiten in het Midden-Oosten te bevorderen, extra veiligheidsmaatregelen genomen. Zo moeten de studenten een appartement huren op het eiland Zamalek, waar ook het instituut is gevestigd, en niet meer in downtown Caïro. Proeven van Egypte kan ook in de andere delen van de stad, die zo’n tien miljoen inwoners telt.

Gezien de chaos van vorig jaar, die overigens het eiland niet bereikte, heeft Duistermaat hen liever op loopafstand, voor het geval dat bijvoorbeeld de bruggen naar Zamalek worden afgesloten. Bovendien staat de Nederlandse ambassade op honderd meter afstand.

Ondanks deze voorzorgsmaatregelen is het wel vooral de bedoeling dat de studenten het leven en de maatschappelijke ontwikkelingen in Egypte van dichtbij meemaken. Ze moeten zeker niet vast komen te zitten in de ‘Nederlandse bubbel’, glimlacht Duistermaat. ‘Het is belangrijk om hier echt met de mensen te praten en niet alleen maar met voorbijgangers. Zo leren ze het beeld van Egypte dat ze hebben bij te stellen. Als er een steen gegooid wordt op het Tahrir-plein is dat in Nederland nieuws, maar er gebeurt hier zoveel meer. Het zijn spannende tijden.’

Rond de verjaardag van de revolutie wordt er nog dagelijks gedemonstreerd bij het met prikkeldraad afgezette televisiestation Maspiro, net als aan de overkant van het water: op het Tahrir-plein. De werkelijke revolutie, het afschaffen van het politieke en maatschappelijke systeem en de uitbanning van corruptie, is nog in volle gang. Dat bleek ook wel na de supportersrellen van 31 januari in Port Said waarbij 74 mensen omkwamen en opnieuw dagenlange rellen losbarstten. Voor het NVIC geen reden om het programma opnieuw op te schorten maar wel om de studenten te adviseren voorlopig het centrum te mijden.

Het werk van het instituut is sinds de revolutie vooral voor archeologen veranderd, legt Duistermaat uit. En dan vooral in het papierwerk. ‘Vanwege enkele gewapende overvallen bij opgravingen en diefstal van vondsten, zit het Egyptische leger boven op de veiligheid.’ En dat betekent dat het moeilijker of zelfs onmogelijk is geworden om vergunningen te krijgen voor opgravingen in gebieden zoals de westelijke oase Dakhla of de Sinaï-woestijn.

De zes Leidse studenten die bij het NVIC het tweede semester van hun tweede bachelor jaar zullen doorbrengen, halen in de lunchpauze na de introductie om de hoek van het instituut tahina, pitabrood met gekruide sesamzaadpasta. In een van de vele smalle steegjes zitten ze op versleten krukjes bij een tafeltje gemaakt van kratten. Zoals elke dag zitten aan de overkant twee gezette mannen in rieten stoelen te roken voor een winkeltje.

Caïro was niet hun eerste keus, bekennen de studenten Midden Oosten-studies op. Liever waren ze naar Damascus gegaan. ‘Het Syrische dialect van het Arabisch is het mooiste van allemaal’, vertelt Momo Post (19). ‘Maar nu ik hier ben is het niet vervelend.’ Haar medestudenten knikken instemmend terwijl zij hun lunch wegwerken. Hun studie en het programma van het NVIC is immers actueler dan ooit, het afgelopen jaar stond de hele regio in brand, van Rabat tot Manama.

Op het Tahrir-plein zijn ze nog niet geweest. Alleen Post en Madeleine Pieterse (21)die als enigen een appartement downtown huren, kwamen een paar dagen na de verjaardag van de revolutie in de buurt. ‘Het was er gezellig, er liepen families met kinderen rond, maar later op de avond ontstond er een vijandige sfeer en toen zijn we door mensen weggestuurd omdat het te gevaarlijk werd.’ De anderen werden tegengehouden nog voor ze het plein bereikten.

Met de beelden van de Nederlandse vrouw die op Tahrir werd lastiggevallen in het achterhoofd, laten de studenten weten niet bang te zijn. Pieterse: ‘Je moet er voor zorgen dat je niet in drukke menigtes terechtkomt. Voor een deel heb je dat zelf in de hand.’

De komende drie maanden zullen de overwegend vrouwelijke studenten zich moeten leren weren tegen de Egyptische mannen, waarvan het gros geen losse handjes heeft, maar de meeste wel een grove tong. Duistermaat woont al zes jaar in Caïro en begrijpt de noodzaak van studenten om te leren omgaan met het leven in Egypte. ‘Harassment is daar onderdeel van.’ Daarom is een goede introductie zo belangrijk. ‘Bijvoorbeeld hoe je als buitenlander wordt gezien. Je valt altijd op en daarvan moet je je bewust zijn.’ Kleding is ook van groot belang. ‘Ga normaal gekleed , zoals ze dat hier doen. Niet met blote schouders. Dat wordt gezien als respectloos.’ Met aanpassen aan de lokale gebruiken kom je als buitenlandse student al ver. Je gaat in Nederland toch ook niet in bikini over straat?’

Ondanks de grote verschillen met Nederland hebben de studenten geen last van een culture shock. Alleen aan het constante toeteren van auto’s in de straten moeten ze volgens Post wennen. ‘Het is het lawaai van de stad.’ Het geluid van Caïro dat nooit slaapt en zich blijft roeren, of er nu een revolutie plaatsvindt of niet.