Columns & opinie
Misdadige vrouwen
Historica Manon van der Heijden ontving een Vici-subsidie, de hoogste NWO-subsidie, om onderzoek te doen naar Europese vrouwen in de criminaliteit tussen 1600 tot 1900.
woensdag 1 februari 2012

De aanname dat vrouwen door de jaren heen minder crimineel zijn dan mannen klopt dus niet?

‘Dat is het uitgangspunt van het onderzoek. Vanaf de twintigste eeuw is in Europa slechts 10 procent van de criminaliteit gepleegd door vrouwen. Daarom denken criminologen dat dit altijd zo geweest is. Terwijl in Londen en Amsterdam in periodes in de zeventiende eeuw het percentage wel op 50 procent lag.

‘Ook in andere Nederlandse steden was dit het geval. In Leiden in de achttiende eeuw ging het om meer dan 40 procent van de misdaden. Dus het gaat om een hypothese, maar er zijn wel al duidelijke aanwijzingen voor.’

Waarom denken we dan toch dat vrouwen minder crimineel zijn?

‘Omdat het eigenlijk al meer dan een eeuw de situatie is dat mannen meer misdaden plegen. De laatste jaren is onderzoek ook veel gericht geweest op de biologische kenmerken. Er wordt vanuit gegaan dat het gewoon meer in mannen zit om criminaliteit te plegen. Vanwege die oogkleppen kijkt men niet naar andere patronen.’

Hoe gaat u dat veranderen?

‘De centrale hypothese is dat publieke rollen bepalend zijn. Hoe meer vrouwen de mogelijkheid hebben om buitenshuis te werken, financiële transacties aan te gaan, zich vrijelijk te bewegen; hoe groter de kans is op crimineel gedrag.

‘De levensstandaard heeft daarop veel invloed. Bij slechte omstandigheden waren de noodzaak en de verleiding veel groter. In steden zie je dat vooral. Er waren alleenstaande moeders die geen steun kregen van hun familie. Zij hadden het zwaar, moesten zien rond te komen en begingen dan misdaden. Tegenwoordig bestaan daar voorzieningen voor.

‘In vergelijking met Nederland en Engeland in de zeventiende eeuw waren de rollen van Italiaanse vrouwen traditioneler. We hebben nog geen cijfers, maar wel een indicatie dat zij in de zeventiende en achttiende eeuw daarom ook minder misdrijven pleegden’

Wat voor misdaden ging het dan om?

‘Bij vrouwencriminaliteit wordt vooral gedacht aan hekserij of een zedendelict zoals prostitutie. Maar het gaat vaak om diefstal of geweld. Zo waren vrouwen in Amsterdamse buurten in de achttiende eeuw behoorlijk gewelddadig.’

Hoe gaan jullie dit onderzoeken?

‘We gaan bronnenonderzoek doen, in Nederland, Duitsland, Italië en Engeland. Eerst gaan we aantallen mannen en vrouwen tellen. Er zijn veel oude gerechtelijke bronnen bewaard gebleven; vonnissen, getuigenverklaringen, verhoren van verdachten. Die bronnen zijn zeer uitgebreid; buren, familie en vrienden, iedereen werd er bijgehaald. Daarom kun je de omstandigheden ook goed onderzoeken.’ DJZ