Eind vorig jaar kwam Everything on wheels, de tweede plaat van Awkward i uit. De nummers van singer/songwriter Djurre de Haan zijn minisymfonieën van stem en gitaar, ondersteund door strijkers, toetsen en allerlei andere instrumenten.
De nummers op je platen zijn heel gelaagd. Hoe is dat ontstaan?
‘Ik speelde in 2007 bas in de groep Alamo Race Track en daardoor ging ik steeds meer als band denken. Hierdoor arrangeerde ik mijn liedjes steeds rijker. Ik verzamelde ook instrumenten en had bijvoorbeeld een ukelele, mandoline, orgel en een glockenspiel in mijn huis staan. Ik wilde al die instrumenten ook wel bespelen en ging daar mee aan de slag. Op die manier ontstonden er gelaagde liedjes.
‘Later komen de Awkward i-bandleden er bij en werken we de arrangementen uit. Dan krijg je suggesties als: “Die partij kun je beter vervangen door toetsen, want een viool klinkt hier truttig.” Zo ontwikkelt zich een nummer, maar het is geen hogere wiskunde hoor. Het is niet zo dat ik met een sober akoestisch liedje begin en daar maar dingen aan ga toevoegen.’
Wat zijn je invloeden?
‘Ik ben de laatste tijd steeds meer naar klassieke muziek aan het luisteren. Ik ben bijvoorbeeld liefhebber van Mahler. Zijn muziek is een mooie mengeling van tragiek en vrolijkheid, agressie en rust. Die tegenstrijdigheid stop ik ook graag in mijn liedjes.
Ik ben ook een groot liefhebber van Bill Callahan, oftewel Smog. Hij slaagt er steeds in om nieuwe schoonheid te vinden in zijn muziek. Dat probeer ik ook te bereiken met mijn eigen nummers. Althans voor mij moet het nieuw zijn, als dat lukt ben ik tevreden.’
Jullie gaan niet met een heel orkest in een studentenkamer staan?
‘Nee, we spelen een akoestisch set en houden het klein. We hebben al vaak in huiskamers gespeeld. Ik hou wel van dat hele directe contact met het publiek.’
Te zien bij: Marte en Mels, Hooigracht 39