Columns & opinie
Meneer de Professor: Non-actief
woensdag 14 december 2011

Daags na het verschijnen van mijn vorige column over de scène met Lorianne op mijn werkkamer, kreeg ik bericht van mevrouw de P&O-coördinator. Of ik even langs wilde komen om één en ander te bespreken. Een veertigster, kort haar met geblondeerde punten, in broekpak gestoken. Merenwijk, gokte ik. Of Oegstgeest. Wilde ik koffie? Zelf dronk ze sterrenmix.

Er waren bepaalde omgangsregels, zo stak zij van wal. En de gouden regel was de onzichtbare lijn die niemand over mocht steken - die tussen leraar en leerling. Ik haalde Heidegger en Hannah Arendt erbij, maar die kende ze niet. Stonden die ook in het personeelsbestand?

Het kwam erop neer dat mijn eerdere columns, abject en infaam als ze waren, al kwaad bloed hadden gezet bij het faculteitsbestuur. Maar het praesidium libertatis is een groot goed; en daarbij, tegen een auteur van Mare treedt men niet ongestraft op. De ontboezemingen over één mijner studenten, echter, waren van geheel andere aard. Met de affaire Stapel/Vonk op het netvlies, hadden de heren een onderzoekscommissie samengesteld. Lopende het onderzoek zou ik - per direct - op non-actief komen te staan.

Terug op kantoor, raapte ik m’n boeken en schrijfsels op van mijn bureau. Uit mijn lade nam ik slechts mijn etui met rookgerei mee. Toen ik mijn computer wilde afsluiten, zag ik dat ik al was uitgelogd: ‘This account does not exist (anymore)’. In de hal bleek mijn postvak, ooit de warme schoot voor de schrijfsels mijner studenten (van paper tot liefdesbrief, met als rode draad de abominabele spelling), al aan één of andere aio toebedeeld.

De cadeaubon die de faculteit mij bij wijze van kerstgeschenk had aangeboden, liet ik opsturen aan Serious Request. (Dat is een kleinschalig, Leids charitatief project, dat ernaar streeft alle moeders op deze aarde - per definitie zielig - uit hun lijden te verlossen.)

Van Lorianne zelf heb ik niets meer gehoord. Wel kreeg ik anoniem bericht van één van haar medestudenten, die haar had zien kirren in het gezelschap van de decaan, bij ene Meneer Jansen, wie dat ook moge zijn. Hij betaalde de rekening, zoals ooit ik de rekening voor haar betaalde.

Wie weet hoe het kerstreces zal verlopen, hoe de tuchtprocedure haar vervolg zal vinden? Wie weet of ik in het Nieuwe Jaar nog wel een stukje mag schrijven in dit weekblad?

Vaarwel dan, lezers! Ducunt volentem fata, nolentem trahunt!

D.M.Sanders@mail.com