Deze beurs is bedoeld om doorstroming van allochtone talenten naar een promotieplaats te bevorderen. Does kreeg in 2008 een Mozaïeksubsidie van NWO. Voor haar heeft het geen consequenties, maar ze vindt het vreemd dat het Mozaïekprogramma wordt stopgezet, terwijl grotere programma’s worden gecontinueerd.
Verder krijgt het Aspasia-programma, bedoeld voor vrouwen in de wetenschap voortaan 3,5 miljoen in plaats van 4 miljoen euro. Het Toptalentprogramma dat sinds 2008 niet meer draaide, keert ook niet meer terug. De aanvraag voor een Rubiconsubsidie wordt strenger. Een woordvoerder van NWO legt uit dat de organisatie zich vooral wil richten op de fase na de promotie.
Does: ‘Naar de Vernieuwingsimpuls (Veni-, Vidi- en Vici-subsidies, red.) gaat nog steeds 150 miljoen euro. Het Mozaïekprogramma kost NWO 2 miljoen en het rijk 2 miljoen euro. Vier miljoen euro is heel erg weinig. Iedereen moet bezuinigen, dat snap ik. Maar omdat alleen het Mozaïekprogramma stopt, lijkt het een disproportionele maatregel.’
Toch is niet iedereen enthousiast over de subsidies. Ornelia Ramos kreeg in 2008 een Mozaïeksubsidie. ‘Maar het merendeel was ook zonder Mozaïeksubsidie ook aan een promotieplaats gekomen.’ Hoogleraar migratiegeschiedenis Marlou Schroover zat in verschillende NWO-commissiess en kreeg zelf een Aspasia-premie: ‘Ik zei altijd, gooi het geld van Aspasia en Mozaïek in de poule voor toptalenten. Er zitten veel goede kandidaten bij, die vallen dan ook in de prijzen.’ Dat het geld nu niet meer beschikbaar is, vindt ze jammer.
Promovendus bij geschiedenis Ali al Tuma zegt dat het hem wel hielp. ‘Zonder de beurs, had ik niet in Leiden mijn promotie kunnen doen.’ Hij denkt wel dat het bij geesteswetenschappen moeilijker is een promotieplek te krijgen dan bij exacte of medische studies.
Marinel Gerritsen, secretaris van het Landelijk Netwerk Vrouwelijke Hoogleraren: ‘Slechts 13,4 procent van de hoogleraren is vrouw. En vrouwen en allochtonen stappen in de wetenschap te weinig zelf naar voren. Ik snap dat er bezuinigd moet worden. Maar de babyboomgeneratie gaat met pensioen. Een groot aantal hoogleraren is boven de 60+, die moeten vervangen worden. We hebben al het talent nodig, als we een belangrijke kenniseconomie willen blijven.’ DJZ