Achtergrond
Klodders keren terug boven de bank
‘O, wat verschrikkelijk’, zegt de taxateur als hij het schilderij van Hans de Wit ziet. ‘De schilder wilde vast een combinatie van Van Gogh en Kandinsky maken.’ Dikke klodders pastelkleurige verf moeten een bootje in een gracht voorstellen dat langs bomen en huizen vaart. De taxateur: ‘De stijl is zo slecht, meer kan ik er eigenlijk niet over zeggen.’
Cynthia Kroet
woensdag 28 september 2011

Het schilderij is het enige stuk dat De Wit heeft meegenomen naar de Taxatiedag in Museum Boerhaave. ‘Ik ben wel een beetje teleurgesteld dat het niks waard is, maar ik hang het gewoon weer boven de bank’, zegt hij.

Het museum  is voor één dag het toneel van een Leidse ‘Tussen Kunst en Kitsch’: bezoekers kunnen hun antieke voorwerpen op waarde laten beoordelen door vier experts van veilinghuis Gavelers. En net als op tv zitten er soms heel lelijke of heel mooie dingen tussen.

Volgens Eva Kooijmans – studeerde zelf kunstgeschiedenis in Leiden - van Gavelers komt tachtig procent van de mensen hier met een schilderij. ‘Ook zie je dat juwelen en keramiek populair zijn. Maar sinds kort hebben wij er een nieuw expertisegebied bij: medische instrumenten.’

Het is nog stil bij de tafel van medisch taxateur Aleid Reerink, dus wil Mare weten of de zelf meegebrachte stukken – een hamertje, spuit en injectienaalden - wat waard zijn. ‘Ik kijk altijd eerst naar het totaalbeeld van het voorwerp; wat stelt het voor en is het nog helemaal gaaf’, legt Reerink uit. Na een grondige inspectie met een vergrootglas wordt een kenmerk op de hamer ontdekt. ‘Ik schat dat het gebruikt is om tandheelkundige gereedschappen te maken in de jaren 40-50’, vertelt ze.

Ook de spuit – 19e-eeuws, gebruikt om vloeistoffen uit een lichaam te halen – en de injectienaalden komen uit Engeland. Reerink gaat verder: ‘Het doosje met de ampullen met steriele naalden en hechtdraad werd gebruikt door soldaten in de eerste wereldoorlog. Als ze gewond waren, moesten ze zichzelf kunnen hechten.’ Waarde? ‘Alles bij elkaar zo’n 150 euro.’

Reerink hoopt vandaag op bijzondere vondsten. Het mooiste wat ze ooit tegenkwam was een hele collectie walvisfoetussen op sterk water. ‘Gelukkig was er een complete documentatie bij, anders worden ze in beslaggenomen’, zegt ze. Haar collega Marcel Brouwer, expert twintigste-eeuwse en toegepaste kunst, wacht nog op het voorwerp dat voor het ‘kippenvelmoment’ zorgt. ‘Vandaag heb ik dat zelf nog niet gehad’, zegt Brouwer. ‘Maar ik vind het ook leuk om bij de anderen mee te kijken. We hopen met dagen als vandaag de antiekwereld wat laagdrempeliger te maken.’

Meneer Blansjaar komt vandaag al voor de tweede keer met een tas vol antieke spullen het museum binnen. ‘Ik heb er wel oog voor. Als ik op rommelmarkten ben, kijk ik altijd goed rond.’ Na de uitleg van de taxateur pakt hij tevreden zijn tas weer in. Voorzichtig wikkelt hij een handdoek om een grote, porseleinen papegaai met gouden en blauwe accenten. ‘200 euro, niet gek toch? Als de rest meer waard was, had ik het allemaal laten veilen. Maar die vogel, die hou ik.’