Wetenschap
Huntington
woensdag 28 september 2011

Patiënten met de ziekte van Huntington vermageren vaak veel. Op het eerste gezicht lijkt dat niet zo’n wonder: ze hebben immers last van ongecontroleerde bewegingen. Er is echter geen verband tussen de ernst van de bewegingsproblemen en het gewichtsverlies. Bovendien eten veel Huntington-patiënten meer dan normaal, maar vallen ze toch af. Om uit zoeken wat er nog meer aan de hand was, deden Zweedse, Britse en Leidse wetenschappers een onderzoek naar muizen. Zogeheten R6/2 muizen zijn genetisch aangepast zodat ze de ziekte van Huntington krijgen. Huntingtine, het eiwit dat bij patiënten anders in elkaar zit dan bij gezonde mensen of muizen, zit niet alleen in de hersenen, maar ook langs het maagdarmstelsel. Bij de muizen zorgde dat ervoor dat ze hun eten minder goed op konden nemen en dat ze vaker diarree hadden. Of dat ook bij mensen aan de hand is, is niet zeker, maar het lijkt er wel op. Misschien is het handig om eens te kijken of Huntington-medicijnen niet beter anders dan via de mond kunnen worden toegediend, opperen de onderzoekers in het vakblad Neurobiology of Disease.